Persoonlijk

6 jaar na de Hoogstraat

Vandaag precies 6 jaar geleden ging ik met ontslag bij revalidatiecentrum De Hoogstraat in Utrecht. Als ik eraan terugdenk heb ik veel fijne herinneringen en soms vind ik dat een beetje vreemd. Als 16-jarige zat ik maarliefst 8 weken opgenomen voor mijn chronische pijn. Maar voor het eerst in tijden kon ik wat meer mezelf zijn. Ik hoefde me niet groot te houden en met veel mede-revalidanten had ik aan een blik genoeg om te begrijpen hoe we ons voelden. Vandaag blik ik terug op die bijzondere maar belangrijke tijd in mijn leven.

Ik kwam daar binnen als een manklopend, onzeker meisje; met zo gigantisch veel pijn en vermoeidheid dat ik al bijna een jaar alleen maar op de bank lag. Naar school ging ik nauwelijks, soms maar één uur in de week. Ik ging niet uit, ik sportte niet en ik had geen bijbaantje. Toch was er twijfel geweest om me op te nemen, want ze zagen ook veel depressieve klachten. Met voordeel van de twijfel en een aantal extra afspraken namen ze me in behandeling. Nog elke dag kan ik daaraan denken, want wat ben ik ze enorm dankbaar geweest dat ze me toch die kans hebben gegeven.

Ondanks dat soms mijn, toen nog niet heel duidelijk uitgesproken, psychische klachten de behandeling in de weg stonden, zochten de behandelaren samen met mij een weg door het doolhof. Het fysiek belangrijkste wat ik daar leerde was mijn grenzen. Hoe ga je om met zoveel pijn? Wat helpt daarin? Ik kon weer lopen, ik ging niet meer zittend van de trap en ik leerde trucjes om op dagen met veel pijn gewoon een waterflesje open te draaien. Maar achteraf denk ik dat wat ze me, misschien wel onbewust, mentaal hebben geleerd veel belangrijker was. Ik mocht mezelf zijn. Ik was wat waard. Ik mocht plezier hebben.

Ik weet nog dat mijn fysiotherapeut me aanspoorde om te gaan skeeleren door de gang. Als een volslagen idioot keek ik haar aan en ik weigerde.
‘Therapie hoeft niet altijd serieus te zijn.’
Samen trokken we uiteindelijk toch die skeelers aan. Ik leerde plezier maken, soms een beetje kind zijn: ook als je ouder bent. Steeds als ik eraan denk krijg ik weer een lach op mijn gezicht. Wie kan nu zeggen dat ze als therapie door een gang mocht skeeleren?

In die 8 weken bloeide ik op. Ik was schuw, maar na enkele weken kreeg ik praatjes. Soms iets te veel zelfs. ‘Beetje bijdehand wel, Marleen.’ Dat is niet meer over gegaan. Jaren later besefte ik me, dat het in de Hoogstraat voor mij pas veilig genoeg was om mezelf te uiten: om te zijn wie ik ben.

Ik vond het moeilijk om naar huis te gaan. Ik weet nog dat een verpleegkundige het opmerkte. ‘Iedereen is altijd blij met vrijdagmiddag, maar jij lijkt er altijd tegenop te zien.’ Ik kon er weinig over zeggen. Vooral omdat ik bang was dat ik weg moest, dat ik niet gelooft werd als ik iets vertelde. Ik was vooral bang om weer naar de plek te gaan waar er zoveel trauma’s zijn gecreeërd, helaas ook toen nog.

Elke zondag of maandag als ik terugkwam was ik overstuur. Ze hebben me er vaak doorheen gesleept. Één verpleegkundige had ooit door dat ik wel erg perfectionistisch was. Ze gooide de skipbo-kaartjes schots en scheef over tafel: en mijn wereld stortte in. Iets wat later dwang genoemd werd. Zij liet me voor het eerst verdragen. ‘Vergaat de wereld, als die kaartjes over de tafel verspreid liggen?’ Nee. Door haar besefte ik dat al die regeltjes in mijn hoofd eigenlijk onzin waren.

En de lol met mijn mede-revalidanten. Enorme snoepvoorraden, verstoppen achter de keukenbar omdat we niet wilden gaan slapen, iets met een stukje taart op de muur, stiekem warme chocomel halen op een plek waar we niet mochten zijn, keten bij elkaar op de kamer, de hoeveelheid spelletjes: maar vooral de vriendschappen die daaruit voortkwamen.

Ik eindigde daar met dromen. ‘Wat zou je graag willen doen als je weer thuis bent?’
En samen met de therapeuten keken ze zelfs mee hoe ik mijn sollicitatie bij mijn droombaantje het best aan kon pakken: want de eerste keer solliciteren, zo’n 3 weken ná het ontslag uit een revalidatiecentrum, dat is niet zomaar iets. En het lukte: ik werd aangenomen bij de Efteling en daar werk ik nog steeds met heel veel plezier.

Ondanks dat het nog steeds niet goed met me gaat en ik nog een hele lange weg therapie te gaan heb om mijn trauma’s te verwerken en accepteren: ben ik zo blij dat ik bij de Hoogstraat mijn échte start heb kunnen maken. Met vertrouwen, met Marleen worden, met Marleen zijn. De Hoogstraat voelde meer thuis dan thuis en ik heb in de periode daarna heel vaak heimwee gehad. Al is het nu oké: ik zit fijn op de plek waar ik nu woon.

Het liefst wil ik al die bijzondere behandelaren en verpleegkundigen knuffelen. Ze bedanken dat ze me niet opgaven, dat ze eeuwig luisterden naar mijn negatieve gedachtestroom. Dat ik kon uitleggen hoeveel zij betekent hebben voor mijn leven. En de belofte om mijn havo-diploma te laten zien (die ik als het goed is dit jaar écht haal) waar te maken. Dat is na 6 jaar nu te laat. Toch hoop ik ze ooit nog tegen te kunnen komen.

Ze gaven meer dan fysiek weer uit de voeten komen met de pijn: ze gaven mij, mijzelf. Mijn ontwikkeling tot mens. En sindsdien lijkt dát niet meer te kunnen stoppen. Sommige mensen vergeet je niet, sommigen blijven voor eeuwig in je hart gesloten: dat zijn zij.

Lieve Hoogstraat; bedankt. Voor mij.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.