Al ruim anderhalf jaar ben ik bezig om ervoor te zorgen dat ik op een fijne en veilige manier uit huis kan gaan. Het is een pittige weg die me vaak aan het wankelen brengt. Van de aanvraag van beschermd wonen, het toekennen van de financiering vanuit de gemeente, de intake bij een wooninstelling, naar de wachttijd voor een woning zelf. De afgelopen maanden is er veel gebeurd en heb ik er weinig over gedeeld omdat al mijn energie ging naar het regelwerk en mezelf overeind houden. Langzaam maar zeker vind ik wat ruimte en besluit ik jullie weer mee te nemen in het proces.
Half oktober kreeg ik een belletje van de wooninstelling dat er mogelijk een plek voor mij was. Een week later ben ik gaan kijken bij de woonvorm. Het klonk goed en de herstelcoaches lieten me enigszins veilig voelen. Hun mening was moeilijk af te lezen en na de kennismaking daar, zouden we allebei apart besluiten of het oké was om me op die plek te laten wonen. Het was een plek waar je in de eerste fases zou beginnen in een groepswoning en door zou stromen naar een eigen studio met gedeelde badkamer. Het was duidelijk en het zat goed in elkaar. Ze zouden me een week later bellen met hun bevindingen.
Hoewel ik zelf ja zei, bleef er binnen mijn gevoel iets knagen. Ik zag een aantal beren op de weg. Hoe ga ik in een groep functioneren als mijn lichaam niet altijd wil? Heb ik in het begin wel zulke strenge regels nodig als die zij hebben?
Een week later kreeg ik het bericht dat ze besloten hebben me niet te plaatsen. Goed en duidelijk uitgelegd kon ik er eigenlijk alleen maar mee eens zijn. Want ook zij liepen tegen dezelfde twijfels op. Geeft het me niet meer rust als ik een volledig zelfstandige woning heb, dat ik kan schoonmaken en koken op eigen tijd? Ze waren bang om me fysiek te overvragen binnen de woonplek en dat zou uiteindelijk niet helpend zijn.
Andersom waren ze ook bang dat ze me zouden ondervragen. Ik ben erg gemotiveerd, ik wil graag leren en zowel mijn behandelteam als ik verwachten dat het me redelijk snel lukt om zelfstandiger te worden. Ook zij zagen dat. Ze zouden het jammer vinden als een groepswoning me juist af zou remmen in mijn eigen proces. Ik ben waarschijnlijk al zelfstandiger dan de meeste jongeren die op die plek wonen en het zou zonde zijn als ik me dan aan dezelfde strenge regels moet houden.
Vanuit de wooninstelling was plan B om een eigen plekje voor me te zoeken zonder trappen, zodat ik ook op fysiek slechte dagen niet afhankelijk hoef te zijn van iemand anders. Bij die eigen woning zal ik de begeleiding van het team van de bekeken woonvorm krijgen omdat deze het beste past bij mijn hulpvraag, zodat ik op mijn eigen tempo, zowel fysiek als mentaal, kan werken aan mijn zelfstandigheid. Om eerlijk te zijn gaf dit plan mij rust, omdat het precies datgene waar ik het meest tegenop zag, weg laat vallen. Maar de onrust schoot ook weer omhoog toen er een nieuwe wachtlijst kwam van 6 tot 9 maanden.
De plek waar ik ga wonen is misschien beter, maar ik zie ook op tegen de tijd ertussen. Het is een kwestie van een hele lange adem, waarbij ik langzaamaan merk dat ik niet zoveel lucht meer heb. Toe zijn aan een eigen plekje, maar door een stukje bureaucratie en wachtlijsten nog niet bij dat stukje kunnen komen is voornamelijk heel frustrerend. Ik merk dat ik zonder eigen plekje vasthang binnen mijn behandeling, herstel, maar ook in mijn toekomst. En het liefste wat ik wil is nu vooral doorpakken. Ik wil zo graag verder in mijn leven.
Regelmatig verlies ik de moed door het wachten, door het uitzichtloze voelen doordat je geen exacte datum hebt. Doordat ik het lastig vind om er naartoe te leven, omdat ik bang ben dat het uiteindelijk allemaal niks wordt. Toch weet ik dat ik hoop moet houden, dat ik door moet zetten en uiteindelijk wel op mijn plekje terecht kom. Er kan niet meer veel misgaan, op dat er maar geen woningen vrij komen waar ik terecht zou kunnen.
Het enige positieve aan de wachttijd is dat ik de tijd heb om meer rond te kijken naar spullen voor in huis. Zo kocht ik bijvoorbeeld mijn eerste lamp voor mijn eigen plekje, waar ik eigenlijk vooral heel erg trots op ben. Het zijn kleine dingetjes die me overeind houden, die me doen denken aan dat mijn eigen fijne plekje er komt.
Het is een pittige en onzekere tijd. Ik tel de weken af en probeer me zo goed mogelijk voor te bereiden op de stap die er straks gaat komen. Maar ik durf het nu met enige zekerheid te zeggen, dat 2021 is het jaar waar ik éíndelijk mijn eigen stekkie heb!
“Het zijn kleine dingetjes die me overeind houden”.
Precies ook voor mij. Toen ik het op een dag moeilijk had kreeg ik bij de McDonalds toen ik daar eten kocht een gratis ijsje, dat over was. Klinkt misschien gek, maar dat redde de dag voor mij. Even goed voelen, even gerustgesteld voelen, even weer wat positiefs. Ik gun zulke momentjes iedereen, en ook veel van deze momentjes voor jou.
Beste Marleen,
wat dapper om publiekelijk zo over je leven te schrijven. Ik heb maar één post gelezen en zal er nog wel een paar uitpikken.
Mijn idee is ook dat je veel beter af bent als je op jezelf gaat wonen, met je eigen plekje van jezelf en je eigen verantwoordelijkheden. Mooi is het ook als er mensen in je nabijheid zijn die een oogje in het zeil houden en af en toe je hand vast houden of je juist weer aan de praat krijgen. Geen idee hoe het met je vriendenkring zit, maar echt goeie vrienden zijn goud waard. Kies je vrienden met zorg.
Ik ben een wat oudere man :-), maar heb in een ver verleden geworsteld met vergelijkbare materie. Ik weet dat de weg omhoog een lastige is, maar aan het einde van die weg, die je misschien niet eens direct gaat herkennen, schijnt een ongelooflijk mooie zon. Ik wens je heel veel succes!
Peter