De eerste afspraak nadat mijn psycholoog Desirée* vertelde dat ze wegging, de zenuwen gieren door mijn lijf. Ik wil heel graag naar haar toe en tegelijkertijd helemaal niet. Ik ben bang dat ik meteen weer begin te huilen zodra ik haar zie.
Langzaam zie ik haar door de gang aanlopen, ik zet me er toe om op te staan en loop haar richting op. Op de trap richting haar kamer komen we een tegenligger tegen. ‘Marleen, dit is Sarah*, zij gaat jou overnemen eind dit jaar.’ Ik schrik, ik zou het liefst achter Desirée willen kruipen. Ongemakkelijk probeer ik me voor te stellen, niet dat het me lukt. Ik sta stijf van de spanning en struikel over de woorden.
Sarah kijkt me aan, maar staat net zo ongemakkelijk voor mijn neus als ik voor de hare, ze heeft haar mond vol. Paniekerig probeer ik niet te laten merken dat ik dit niet aankan, dat dit te snel is. De seconden lijken minuten te duren, waarna het uiteindelijk lijkt dat niemand zich voor gaat stellen en ik een stap naar achteren doe.
Desirée moedigt me aan om me voor te stellen en op dat moment doe ik weer een stapje naar voren en stel ik me voor. Ik weet niet hoe snel ik daarna weg moet zijn en ik heb gevoel dat ik sprint naar het kamertje, de kamer waar het veilig is.
En op het moment dat ik de kamer in stap voel ik me machteloos en verslagen, het voelt alsof ik het heb verpest. Dit was de meest beschamende voorstelling die ik kon maken bij de eerste keer zien van mijn vervangster.
*Sarah en Desirée zijn pseudoniemen.
Hartstikke dapper juist dat je je toch voorstelde uiteindelijk!
Vind het ook heel knap dat je je uit eindelijk alsnog hebt voorgesteld! 🙂