Zo’n 2 weken geleden schreef ik over de storm in mijn hoofd bij het weggaan bij mijn psychiater. Afgelopen week is deze storm alleen maar aangewakkerd. Mijn grootste angst werd werkelijkheid, ook mijn psycholoog gaat weg.
Vorige week vrijdag vertelde ze mij dat ze eind dit jaar overgeplaatst zou worden naar een ander team, het team van de volwassenen. Alsof de grond onder mijn voeten wegzakte. Het liefste zou ik willen huilen, maar zelfs dat lukte niet. Ik wist niet zo goed hoe ik moest reageren en omdat ik zo overstuur was zijn we buiten een rondje gaan lopen, iets wat bijna altijd werkt als ik te hoog in mijn spanning zit.
Terug in haar kamer bedachten we ideeën om het weekend door te komen. Uiteindelijk besloten we mijn psychiater erbij te halen en heb ik rustgevende medicatie voorgeschreven gekregen. Eenmaal thuis ben ik als een bolletje op de bank gaan liggen met een deken over mijn hoofd. Huilend ben ik in slaap gevallen. Toen ik wakker werd had mijn moeder chocola voor me gekocht om me wat op te vrolijken, dat hielp een beetje.
Het weekend stond enorm volgepland en dat heeft me behoorlijk afgeleid. Ik heb maar één keer de noodmedicatie hoeven slikken en maandag had ik alweer een afspraak bij mijn psycholoog. Ik merkte toen dat ik het weer heel moeilijk vond om haar te vertrouwen en ik ben ook benieuwd hoe lang dat duurt voordat dat weer wat wegtrekt.
Ik ben boos, op haar, op de hele hulpverlening. Dat ze me eind dit jaar in de steek gaat laten. Dat dit alweer de zoveelste is. En tegelijkertijd wíl ik helemaal niet boos op haar zijn omdat ik weet dat ze er zelf ook niks aan kan doen. Ik spring van de ene naar de andere gedachte, ik weet niet meer goed wat ik ermee aan moet en ik ben daardoor enorm in de war.
Laat dit alsjeblieft een nare droom zijn en niet de harde werkelijkheid…