Ik heb lange tijd niks geschreven. De mensen die me volgen op social media hebben het waarschijnlijk al meegekregen: ik ben vervroegd gestopt met de behandeling. Lang kon ik me er nauwelijks over uitspreken, de beelden raasden, maar woorden kwamen niet op papier. Ik was vooral boos en zó ontzettend verdrietig. Twee maanden later lukte het me eindelijk om het op te schrijven. Weer een maand later, durf ik het eindelijk te delen. Het moet: voor de ander, maar vooral, voor mezelf.
Het begin van de behandeling ging voor mij eigenlijk heel goed. Het lukte me steeds vaker om het automutileren uit te stellen en zelfs mijn suïcidale gedachtes waren soms minder. Stapje voor stapje leek ik met dingen om te kunnen gaan. Ik was zo blij en opgelucht. ‘Dit was de behandeling waar ik zolang op heb gewacht.’ En even leek dat ook zo. Ondanks dat ik slecht kon communiceren als het niet goed met me ging.
Maar dat verdween toen we het over dingen van lang geleden hadden. Dingen die ik nooit goed had uitgesproken, nooit goed had uit kunnen spreken. Ook nu niet. Met vlagen kwamen herinneringen terug. Ik werd angstig, sloot in mezelf. Uitte al mijn emoties zo lijfelijk. Pijn, conversie. Mijn groepsgenoten begrepen er niks van. Van mij niet. En dat snapte ik, want als ik mezelf niet eens snapte, hoe kan een ander dat dan doen?
Er ontstond veel onenigheid in de groep. Ze wilden zo ontzettend graag horen wat er in me omging, maar ik kon het niet. Hoe hard ik het ook probeerde. Ik probeerde me groot te houden, maar stukje bij beetje brak ik van binnen af. Ik zou het zo graag willen vertellen, zo graag. Maar zodra die beelden er waren, waren er geen woorden in mijn hoofd. Was het blanco, leeg. Alleen de beelden.
De groep en ik gingen steeds verder uit elkaar staan. Zij frustreerden zich en waren vaak boos omdat ze me zo graag wilde helpen. Ik was daar weer zo gefrustreerd over, want ik kreeg dus maar niet duidelijk dat het me niet lukte. Steeds opnieuw kwam er een confrontatie. Toen klapte het in mijn hoofd. Ik liep weg. Belde een vriendin, schreeuwde in de bossen of ze me alsjeblieft wilde bevrijden. Uit deze hel, uit dit leven. Ik kan dit niet.
Met veel gesprekken met behandelaren kwamen we er stukje bij beetje achter hoe het kwam dat ik op zulke momenten niks kon uitspreken. Ze hadden al langer een vermoeden, maar spraken het nu pas duidelijk naar mij uit. ‘Een vroegkinderlijk trauma, onder de 4 jaar. Je kon nog niet goed praten, daardoor voel je het wel maar kan je het niet verwoorden.’ Volgens mij was de eerste reactie heel hard lachen. ‘Dat kan niet.’ Totdat ze alles uit gingen tekenen. Ik heb zo enorm hard gejankt. Hoe kan dit? Hoe kan ik dit nooit geweten hebben?
Ik maakte een plan om dit in de groep te vertellen en uit te leggen. Maar dat ik fysiek zo ziek was (maagklachten, overgeven, vermoeidheid, pijn), lukte dat niet meer. Ik kreeg het aanbod van het behandelteam om de behandeling per direct te stoppen. Ze zagen in dat het voor mij niet meer te dragen was. Maar ook voor de groep niet. Alles viel uiteen.
Met veel nadenken kwam ik tot die keuze. Daarmee heb ik helaas geen goed afscheid kunnen nemen van de groep. Nog altijd vind ik dat erg lastig. Voor mij, omdat ik het nooit fijn af heb kunnen ronden. Maar ook voor de groep: zij snappen nog altijd niks van hoe en waarom het zo gegaan is. Zitten misschien nog steeds wel met die boosheid en frustratie. En ik zou zo graag willen zeggen dat het me spijt. Maar misschien is dat juist niet goed. Ik verontschuldig me voor iets wat misschien wel voor mijn leven kapot is gemaakt: mijn gevoel en mijn gedrag rondom gevoel. Iets waar ik zelf niet veel aan kan doen.
Toch wil ik het zeggen. Want ik schaam me. Voor alles wat ik heb gedaan, voor wat ik niet heb gezegd. Voor dat ik zoveel tijd heb verdoen, of tenminste: voor het gevoel van velen.
Ondanks dat dit dan toch niet de behandeling van mijn leven was. Heeft het me toch iets gebracht. Duidelijkheid waar alles nu vandaan komt. En nu kunnen we het echt aan gaan pakken. Het was een groot gevecht en waar ik eerst zei dat ik spijt had dat ik ooit naar die plek ben geweest, neem ik mijn woorden terug. Ik heb veel geleerd, ik kan nu echt de juiste hulp voor me krijgen. Ik heb een nieuwe diagnose, een moeilijke en ingewikkelde diagnose, maar dat is niet het einde van het leven.
Nee, dit is pas het begin.
Duidelijk omschreven en idd het is geen einde maar een begin.
Veel succes en sterkte!