Ik weet nog dat we in de basisschooltijd soms met elkaar speelde. We zaten niet bij elkaar op school, maar dat maakte ons niet uit. Je woonde immers bij mij in de straat en kwamen elkaar regelmatig tegen tijdens het buiten spelen. Zo hebben we ooit in de voortuin een winkeltje opgestart, waarin we eikeltjes verkochten aan een tafeltje.
Ik weet nog dat je vertelde dat je veel gepest werd, ik kon er weinig aan doen omdat ik op een andere school zat, maar ik leefde wel vaak met je mee. Ik wist hoe gemeen de kinderen konden zijn, dat waren sommigen tegen mij ook, maar bij jou leek alles erger. Maar ik wist dat je anders was dan wat ze over je zeiden en daar hield ik me aan vast. Het contact verwaterde aan het einde van de basisschool, niet omdat we elkaar niet aardig vonden. Maar we kwamen elkaar minder tegen.
Zo’n tweeënhalf jaar geleden kwam ik je weer eens tegen, dit keer in een instelling van de jeugd-ggz. Ik heb je daar regelmatig tijdens mijn afspraken zien lopen en één keer sprak je me aan. ‘Wat doe jij nou hier?’ Een tikkeltje verwijtend, maar dat snap ik achteraf ook wel. Iemand uit de tijd van de bassischool tegen komen op jóúw veilige plek. Dat vul ik voor je in, maar dat kan ik me in ieder geval voorstellen.
Later hoorde ik soms nog wat van je. Niet van jouzelf, maar van bekenden van jou en mij. Het ging niet goed met je, net zoals dat het niet goed ging met mij. We kampten beide met suïcidale gedachtes en ik had het met je te doen.
Vandaag kreeg ik het bericht dat je een einde aan je leven hebt gemaakt. Het kwam niet onverwachts, maar het hakte er hard in. Wat had ik dit graag willen voorkomen. Je had een zoveel mooiere, fijnere dood verdiend, over een jaar of 80 pas. Had het te maken met je jeugd op de basisschool? Door situaties daarna? Heb ik jou gekwetst toen ik niet meer met je omging?
Ik zag je pas nog lopen door de straat en ik kan het nauwelijks nog bevatten. Jij bent er niet meer en ik wou dat je kon zien hoeveel mensen verdrietig om jou zijn, want je deed er voor zoveel mensen wel degelijk toe. Ik vond het vreemd om langs je huis te lopen met de gedachten dat je daar nooit meer zou zijn.
Lieve meid*, ik hoop dat je de rust hebt gevonden die je zo graag wou, dat je daarboven een mooi leven mag leiden. Eentje waarbij je kan genieten, vrolijk kan zijn, blij zijn. Ik hoop dat er ook daar oneindig veel mensen van je houden en dat je dat ook kan ervaren.
Rust zacht.
*Wegens privacyredenen noem ik haar naam niet